top of page

Uitspraak Centrale Raad van Beroep over tolkvoorziening onderwijs

  • beleid6
  • 25 mei 2023
  • 0 minuten om te lezen


De hoogste rechter in de sociale voorzieningen en sociale zekerheid, de Centrale Raad van beroep (CRvB) heeft een uitspraak gedaan over de tolkvoorziening in het onderwijs voor personen ouder dan 30 jaar n.a.v. het hoger beroep dat is ingesteld door het UWV tegen een uitspraak van een rechtbank.



Kort samengevat komt de uitspraak er op neer dat je als 30+ student recht hebt op een tolkvoorziening in het onderwijs,  mits je een Levenlangleren-krediet ontvangt. Dat is het gevolg van de invoering van het Levenlanglerenkrediet per 1 september 2017 in de wet Studiefinanciering. Ook de WOOS (Wet overige OCW-subsidies) is hierop aangepast per 1 januari 2019 waar in artikel 19a staat dat een jonggehandicapte die een levenlanglerenkrediet ontvangt als bedoeld in de Wet studiefinanciering, ook als studerende wordt aangemerkt.


Zoals jullie waarschijnlijk weten is het ministerie van OCW momenteel bezig met een wijziging van de toepasselijke wettelijke regels, zodat men ook recht heeft op een tolkvoorziening bij een leeftijd ouder dan 30 jaar, ook zonder levenlanglerenkrediet. Het OCW is voornemens om dit in 2024 in te laten gaan.



Hieronder vind je een uitgebreidere samenvatting van de uitspraak.



Betrokkene heeft een HBO-opleiding Informatica gevolgd en is op dat terrein werkzaam geweest, totdat hij uitviel. Hij ontving daarna een uitkering op grond van de WIA en de Wajong omdat hij een auditieve beperking heeft.


Hij heeft zich in het studiejaar 2019-2020 aan de Hogeschool Utrecht ingeschreven voor de voltijds bacheloropleiding docent Nederlandse gebarentaal. Ook volgt hij deeltijdonderwijs bij VAVO Haaglanden (volwassenenonderwijs) om een aantal VWO-certificaten te behalen.


Op grond van de Wet studiefinanciering ontving hij een levenlanglerenkrediet van


€ 120,- per maand voor zijn opleiding tot docent gebarentaal.



Op 30 augustus 2019 heeft betrokkene het Uwv verzocht om hem de voorzieningen schrijf- en/of gebarentolk toe te kennen die hij nodig heeft om het onderwijs aan de Hogeschool Utrecht en VAVO Haaglanden effectief te kunnen volgen.



Bezwaarprocedure


Het Uwv heeft dit geweigerd omdat betrokkene

  • geen initieel onderwijs volgt (Initieel onderwijs is onderwijs dat kinderen volgen vanaf het moment dat ze leerplichtig worden tot het moment dat zij de arbeidsmarkt opgaan.)

  • ouder is dan 30 jaar en

  • geen recht meer heeft op reguliere studiefinanciering.


Beroep bij de rechtbank


Betrokkene is vervolgens bij de rechtbank in beroep gegaan tegen deze beslissing van het Uwv.


De rechtbank heeft hem in het gelijk gesteld wat betreft de tolkvoorziening voor de HBO-opleiding tot docent gebarentaal omdat jonggehandicapten die een levenlanglerenkrediet ontvangen volgens artikel 19a, eerste lid onderdeel b van de WOOS (Wet Overige OCW-subsidies), zoals dit artikel sinds 1 januari 2019 luidt, recht hebben op deze onderwijsvoorziening.



De rechtbank heeft geen uitspraak gedaan over de tolkvoorziening voor de VAVO.



Hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep (CRvB) door het UWV


Het UWV is tegen deze uitspraak van de rechtbank in hoger beroep gegaan bij de Centrale Raad van beroep.



Oordeel van de CRvB:



Tolkvoorziening HBO-onderwijs


Op grond van de wettelijke regeling die tot 1 september 2017 gold, konden jonggehandicapten die 30 jaar of ouder zijn in de regel niet in aanmerking komen voor onderwijsvoorzieningen op grond van artikel 19a van de WOOS.



Per 1 september 2017 is het levenlanglerenkrediet in de Wet Studiefinanciering opgenomen, waarvoor een studerende in aanmerking kan komen zolang hij de leeftijd van 56 jaar nog niet heeft bereikt.


Jonggehandicapten die een levenlanglerenkrediet ontvangen, vallen sinds 1 september 2017 onder de werkingssfeer van onderdeel b van het eerste lid van artikel 19a van de WOOS, ook na een latere aanpassing van genoemd artikel in de WOOS per 1 januari 2019, waarin staat beschreven dat een jonggehandicapte die een levenlanglerenkrediet ontvangt als bedoeld in de Wet studiefinanciering ook als studerende wordt aangemerkt.



Het UWV heeft er terecht op gewezen dat uit de wetsgeschiedenis niet is af te leiden dat de wetgever heeft voorzien en bedoeld dat de invoering van het levenlanglerenkrediet per 1 september 2017 en de wijziging van onderdeel b van het eerste lid van artikel 19a van de WOOS per 1 januari 2019 zou kunnen leiden tot een aanzienlijke vergroting van het aantal jonggehandicapten dat in aanmerking komt voor onderwijsvoorzieningen.



Er staat in de memorie van toelichting bij de wetswijziging van de WOOS wel vermeld dat een voorgestelde wijziging van de Wet Wajong tot onbedoeld gevolg zou hebben dat Wajongers die gebruikmaken van het levenlanglerenkrediet, niet langer aanspraak zouden hebben op de in artikel 19a bedoelde voorzieningen die hen in staat stellen onderwijs te volgen. Daarom stelt de wetgever voor artikel 19a van de WOOS te wijzigen. Deze wijziging houdt in dat ook Wajongers die gebruikmaken van het levenlanglerenkrediet, recht blijven houden op onderwijsvoorzieningen.



Ook kan men uit de brief van de Minister van OCW van 30 oktober 2020 (over het voornemen om tolkvoorziening ook voor personen ouder dan 30 toegankelijk te maken) concluderen dat er van uitgegaan wordt dat jonggehandicapten die een levenlanglerenkrediet ontvangen wel in aanmerking kunnen komen voor onderwijsvoorzieningen, indien zij 30 jaar of ouder zijn.



De CRvB oordeelt op grond van bovenstaande overwegingen dat de regels in paragraaf 2.2.2 van het Protocol Voorzieningen van het Uwv m.b.t. de eis van het volgen van initieel onderwijs niet als een redelijke beleidspaling beschouwd kan worden.



Het Uwv moet opnieuw op het bezwaar van de betrokkene beslissen met de uitspraak van de CRvB in het achterhoofd.


De CRvB overweegt nog wel dat het niet per se  onredelijk hoeft te zijn dat het Uwv enige (leeftijds)grens hanteert in dergelijke kwesties. 



Deeltijd VAVO-onderwijs


Het hoger beroep van betrokkene tegen het feit dat hij geen tolkvoorziening voor het VAVO-onderwijs krijgt, wordt afgewezen. omdat hij voor dit onderwijs geen levenlanglerenkrediet ontvangt. In dit geval is dus wel de grens van 30 jaar van toepassing.


Recente blogposts

Alles weergeven
Uitnodiging ALV 12 april 2025

Beste leden, Over vijf weken zal op zaterdag 12 april de Algemene Leden Vergadering aan de Padualaan 99 te Utrecht in de theaterzaal...

 
 
bottom of page