In 2016 is de wet DBA (Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties) in het leven geroepen om schijnzelfstandigheid te voorkomen. De Wet DBA schafte de VAR af.
Wanneer de Belastingdienst vermoedt dat er eigenlijk sprake is van loondienst, noem je dat een verkapt dienstverband of schijnzelfstandigheid.
Om schijnzelfstandigheid te bestrijden en de rechten van zzp’ers te waarborgen, heeft de demissionair minister van SZW een wetsvoorstel ingediend: de Wet verduidelijking beoordeling arbeidsrelaties en rechtsvermoeden.
In afwachting van dit wetsvoorstel, gaat de Belastingdienst vanaf 1 januari 2025 strenger controleren op schijnzelfstandigheid. Wanneer de Belastingdienst een freelance werkrelatie achteraf interpreteert als loondienst, kunnen zowel opdrachtnemers als opdrachtgevers te maken krijgen met loonheffingen, premies en boetes.
De Belastingdienst hanteert een holistische toetsing, zoals omschreven in een beslis- en afwegingskader van de Belastingdienst, waarbij niet alle criteria apart getoetst worden, maar alle feiten en omstandigheden in hun onderlinge samenhang worden bekeken. Het geheel moet bepalen of er sprake is van een arbeidsovereenkomst of zzp-erschap.
Dit zijn de 9 criteria van het beslis- en afwegingskader van de Belastingdienst
de aard en duur van de werkzaamheden (inspanningsverplichting vs resultaatsverplichting)
de manier waarop de werkzaamheden en werktijden zijn bepaald (o.a. gezagsverhouding, locatie)
de mate waarin de werkzaamheden én de opdrachtnemer onderdeel zijn van de organisatie van de opdrachtgever
wel of geen verplichting het werk persoonlijk uit te voeren
de manier waarop afspraken tot stand zijn gekomen
de manier waarop de beloning is bepaald en wordt uitbetaald
de hoogte van de beloning
de mate waarin de opdrachtnemer bij de opdracht commercieel risico loopt
de mate waarin de opdrachtnemer zich als ondernemer gedraagt of kan gedragen, bijvoorbeeld: wat doet de opdrachtnemer om opdrachten en een goede naam te krijgen, hoe behandelt de Belastingdienst de opdrachtnemer, wat is het aantal opdrachtgevers en hoelang werkt de opdrachtnemer meestal voor een opdrachtgever?
Als je niet op een vaste basis voor Tolkcontact of een andere organisatie werkt, zul je in het algemeen niet als schijnzelfstandige aangemerkt worden. In 2019 hebben wij nog richtlijnen naar jullie gestuurd met daarin tips voor het zzp-erschap nadat een van onze leden problemen had met de Belastingdienst.
Degenen die naast het zzp-erschap wel op een vaste basis werken (dit kan ook in deeltijd zijn) voor Tolkcontact of voor een andere organisatie, zullen goed naar het contract moeten kijken met de opdrachtgever. Tolkcontact gaat de overeenkomst van opdracht voor tolken werkzaam in het callcentrum, nog eens tegen het licht houden aan de hand van de criteria van de Belastingdienst. Maar het contract moet ook kloppen met de praktijk, omdat de Belastingdienst daar ook naar kijkt.
Al met al is het een complexe materie, waarbij niet altijd meteen duidelijk is of men al dan niet het stempel van schijnzelfstandigheid kan krijgen, aangezien alle omstandig-heden van het geval van belang zijn. Wat we jullie aanraden is om zoveel mogelijk de tips in onze hiervoor genoemde richtlijnen op te volgen en daarnaast bij het opstellen van een overeenkomst van opdracht met een opdrachtgever aandacht te besteden aan de criteria van de Belastingdienst, met name de criteria onder 2 t/m 7.