Beroepscode
Inleiding
De Beroepscode van tolken Nederlandse Gebarentaal is tot stand gekomen door samenwerking tussen de NBTG en Dovenschap. De Beroepscode biedt duidelijkheid voor tolken en tolkgebruikers, bij het opleiden van tolken, bij het beroepsregister (RTGS) en bij de klachtencommissie. Bij het herschrijven van deze Beroepscode is gebruik gemaakt van de NBTG-enquête Beroepscode 2021, de Code of Ethics and Guidelines for professional Conduct van de nationale beroepsverenigingen van tolken van Canada (AVLIC) en Australië (ASLIA) en de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden (V&VN). Concepten van deze Beroepscode van tolken Nederlandse Gebarentaal zijn voorgelegd aan tolken, dove, slechthorende en horende tolkgebruikers. Deze Beroepscode is een leidraad voor het handelen als professional en geeft aanknopingspunten om te bepalen hoe een tolk zich professioneel gedraagt. De Beroepscode beschrijft niet tot in detail hoe men zou moeten handelen. Het is belangrijk goed na te denken over de betekenis van de artikelen in specifieke situaties en de Beroepscode op een juiste wijze toe te passen op je eigen situatie.
Begrippenlijst
1. Tolk Nederlandse Gebarentaal: een tolk die kan tolken tussen een of meer van de volgende combinaties: a. Nederlandse Gebarentaal Nederlands b. Tactiele Gebarentaal Nederlands of Nederlandse Gebarentaal c. Nederlands variaties van Nederlandse Gebarentaal (zoals regionale varianten, generationele varianten, individuele varianten en NGT met invloed van het Nederlands) en International Sign d. Nederlandse Gebarentaal variaties van Nederlandse Gebarentaal (zoals regionale varianten, generationele varianten, individuele varianten en NGT met invloed van het Nederlands) en International Sign e. Nederlandse Gebarentaal andere gesproken talen 2. Tolkopdracht: de situatie waarin de tolk aan het werk is. 3. Tolkgebruikers: deelnemers en aanwezigen in een situatie; horende en dove tolkgebruikers of diens wettelijke vertegenwoordigers. 4. Dove tolkgebruikers: dove, slechthorende, doofblinde, plots- en laat dove personen voor wie getolkt wordt.
NBTG Waarden en uitgangspunten
Als tolken Nederlandse Gebarentaal streven we een aantal kernwaarden na. We zijn professioneel en dragen onze verantwoordelijkheid. We leveren kwaliteit en blijven ontwikkelen. We zijn integer en bewaken de onafhankelijkheid, betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van onszelf en de beroepsgroep. We gaan vertrouwelijk en zorgvuldig om met informatie. We respecteren de autonomie van de tolkgebruikers en werken met hen samen. In de samenwerking met collega’s zijn we collegiaal. 1. Professionaliteit Ik oefen mijn beroep uit ter facilitering van de communicatie tussen meerdere tolkgebruikers. Ik respecteer de waarden en normen van alle betrokkenen, behoud mijn professionaliteit, zorg goed voor mijzelf tijdens de tolkopdracht en neem niet inhoudelijk deel aan de situatie. 2. Verantwoordelijkheid Ik ben verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op mijn eigen handelen, keuzes en gedrag als professional. Ik ken de grenzen van mijn eigen deskundigheid, vaardigheden en beroepsverantwoordelijkheid. Ik verricht alleen tolkdiensten die binnen deze grenzen liggen en communiceer hier open over. ​3. Kwaliteit Ik lever kwaliteit en houd mijn kennis en vaardigheden op peil, zodat ik mijn beroep op een verantwoorde en adequate wijze kan uitoefenen. Ik ben betrokken en ondersteun activiteiten ter bevordering van de ontwikkeling van het beroep en de kwaliteit van tolkdiensten. ​4. Integriteit Ik schaad de onafhankelijkheid, betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van mijzelf en die van de beroepsgroep niet. 5. Vertrouwelijkheid Ik heb beroepsgeheim/zwijgplicht en ga met zorgvuldig om informatie over of afkomstig van tolkgebruikers die mij in het kader van mijn beroepsuitoefening is toevertrouwd. ​6. Autonomie Ik respecteer de autonomie van de tolkgebruikers en werk gelijkwaardig met hen samen. ​7. Collegialiteit Ik werk respectvol samen met collega-tolken (en tolken in opleiding).
1. Professionaliteit
Als tolk oefen ik mijn beroep uit ter facilitering van de communicatie tussen meerdere tolkgebruikers. Ik respecteer de waarden en normen van alle betrokkenen, behoud mijn professionaliteit, zorg goed voor mijzelf tijdens de tolkopdracht en neem niet inhoudelijk deel aan de situatie. Dit betekent onder andere dat ik: 1.1 professioneel handel vanuit de beroepswaarden en -normen, beschreven in deze beroepscode; ​1.2 mij bewust ben van mogelijk verschil tussen de beroepswaarden en -normen, de waarden en normen van mijzelf, de tolkgebruikers, personen in hun omgeving en andere professionals en van de waarden en normen die gelden binnen de tolkopdracht. Al deze waarden weeg ik af bij het nemen van professionele beslissingen; ​1.3 beredeneerd laat weten als ik afwijk van mijn beroepsnormen of normen die gelden in de tolkopdracht; 1.4 alle tolkgebruikers met respect benader ongeacht kenmerken zoals godsdienst, levensovertuiging, gehoorstatus, politieke gezindheid, afkomst, gender, seksuele geaardheid, handicap of communicatieve beperking; ​1.5 mijn rechten en plichten als zelfstandig ondernemer ken evenals de rechten van de tolkgebruikers en deze respecteer; ​1.6 aangeef op welke manieren ik graag samenwerk; ​1.7 duidelijk en open mijn wensen en grenzen communiceer met de tolkgebruikers; ​1.8. zorg voor mijn sociaal, geestelijk en lichamelijk welzijn; ​1.9 mijzelf weerhoud van uitspraken over zaken die buiten mijn beroep liggen; ​1.10 mij niet schuldig maak aan machtsmisbruik, intimidatie of geweld.
2. Verantwoordelijkheid
Als tolk ben ik verantwoordelijk voor en aanspreekbaar op mijn eigen handelen, keuzes en gedrag als professional. Ik ken de grenzen van mijn eigen deskundigheid, vaardigheden en beroepsverantwoordelijkheid. Ik verricht alleen tolkdiensten die binnen deze grenzen liggen en communiceer hier open over. Dit betekent onder andere dat ik: 2.1 de verantwoordelijkheid voor mijn eigen handelen niet kan neerleggen bij tolkgebruikers of collega’s; ​2.2 aangesproken kan worden door collega’s en tolkgebruikers op deze verantwoordelijkheid; ​2.3 mij voldoende voorbereid op een opdracht en zo nodig vraag om informatie ter voorbereiding; ​2.4 geen opdrachten en verantwoordelijkheden accepteer die buiten mijn grenzen liggen en in dergelijke gevallen adequaat en tijdig doorverwijs naar collega’s met passende deskundigheid en vaardigheden; ​2.5 tijdens een tolkopdracht, als blijkt dat de opdracht en verantwoordelijkheden buiten mijn grenzen vallen, samen met de tolkgebruikers zoek naar oplossingen en eventueel alsnog doorverwijs naar een collega; 2.6 bij tolkgebruikers met een regionale variant, buitenlandse (gebaren)talen en individuele variaties, zoals een ander taalregister en/of beperkingen die de communicatie beïnvloeden, indien nodig, doorverwijs naar collega’s met specifieke ervaring en vaardigheden om daar de beste kwaliteit te leveren; 2.7 in geval van ziekte of overmacht de tolkopdracht niet kan uitvoeren, ik indien mogelijk, medewerking verleen bij het vinden van een vervangende tolk; 2.8 bij opdrachten die te maken hebben met justitie of GGZ, indien nodig, doorverwijs naar collega’s met specifieke ervaring en vaardigheden om daar de beste kwaliteit te leveren.
3. Kwaliteit
Als tolk lever ik kwaliteit en houd ik mijn kennis en vaardigheden op peil zodat ik mijn beroep op een verantwoorde en adequate wijze kan uitoefenen. Ik ben betrokken en ondersteun activiteiten ter bevordering van de ontwikkeling van het beroep en de kwaliteit van tolkdiensten. Dat betekent onder andere dat ik: 3.1  de kennis en vaardigheden bezit die het mogelijk maken om gepast en accuraat te tolken; 3.2  mij bewust ben van en flexibel omga met het feit dat ik in veel verschillende situaties tolk voor tolkgebruikers met verschillende taalregisters en culturele dynamieken; ​3.3  de toon en de bedoeling van de brontaal eerlijk en adequaat tolk naar de doeltaal en cultuur; 3.4  kritisch blijf op de kwaliteit van mijn vertaling en hier transparant over communiceer met tolkgebruikers; 3.5  verantwoordelijkheid neem voor mijn eigen leerproces en ontwikkeling; 3.6  mij in de dovengemeenschap begeef en weet wat daar speelt; 3.7  vakliteratuur bijhoud; 3.8  mijn vaardigheid in het Nederlands en in de Nederlandse Gebarentaal blijf ontwikkelen; 3.9  deelneem aan deskundigheidsbevorderende activiteiten gericht op mijn eigen ontwikkeling; 3.10  open sta voor (on)gevraagde constructieve feedback van tolkgebruikers en collega’s; 3.11  verder leer en ontwikkel door reflectie; ​3.12  deelneem aan intervisie of andere vormen van collegiaal contact over mijn werk, vaardigheden en houding; 3.13  de ontwikkeling, verspreiding en het in de praktijk brengen van de beroepscode en andere NBTG-richtlijnen ondersteun en waar mogelijk daaraan een bijdrage lever; 3.14  activiteiten van de beroepsgroep om voorwaarden te scheppen voor een goede beroepsuitoefening ondersteun; 3.15  ontwikkelingen en knelpunten voor een verantwoorde beroepsuitoefening signaleer, deze meld bij de beroepsvereniging en meedenk over oplossingen; 3.16  mijzelf blijf uitdagen door open te staan voor opdrachten die meer uitdaging bevatten.
4. Integriteit
Als tolk schaad ik de onafhankelijkheid, betrouwbaarheid en geloofwaardigheid van mijzelf en die van de beroepsgroep niet. Dit betekent onder andere dat ik: 4.1  mij gedraag op een manier die het vertrouwen van tolkgebruikers in mijzelf en de beroepsgroep bevordert; 4.2  mij bewust ben van de invloed van mijn professioneel handelen tijdens (on)betaald werk op de integriteit van de beroepsgroep; 4.3  mij in de (sociale) media presenteer op een manier die het vertrouwen in de beroepsgroep niet schaadt; 4.4  mij dienstbaar opstel ten opzichte van de tolkgebruikers in de tolkopdracht; 4.5  uitnodigingen van (sociale) media met onderwerpen over doof-zijn en de Nederlandse Gebarentaal in overleg en/of in samenwerking met een dove tolkgebruiker beantwoord en/of overdraag aan een dove tolkgebruiker; 4.6  bij promotie van mijn ondernemerschap mijn privileges in acht neem; 4.7  eerlijk ben over mijn opleiding, vaardigheden, ervaring en diploma’s; 4.8  gemaakte afspraken nakom; 4.9  niet op de voorgrond treed tijdens de tolkopdracht, tenzij dat nodig is om mijn werk te doen; 4.10  mij bewust ben van mijn aanwezigheid en de invloed daarvan op de situatie en daar zorgvuldig mee om ga; 4.11  situaties die belangenconflicten opleveren of dreigen op te leveren vermijd en duidelijk ben over eventuele nevenfuncties of activiteiten; 4.12  eerlijk communiceer over de (tolk)keuzes die ik maak; 4.13  geen gift (in natura, geld of geschenk) van de tolkgebruikers en hun omgeving accepteer anders dan een symbolisch gebaar van dank.
5. Vertrouwelijkheid
Als tolk heb ik beroepsgeheim/zwijgplicht en ga ik zorgvuldig om met informatie over of afkomstig van tolkgebruikers die mij in het kader van mijn beroepsuitoefening is toevertrouwd. Dat betekent onder andere dat ik: 5.1  geheim houd wat ik tijdens de beroepsuitoefening gehoord of gezien heb; 5.2  geen informatie over de tolkgebruiker, de inhoud of de situatie naar buiten breng via welke weg dan ook; 5.3  tijdens intervisie geen herleidbare informatie over tolkgebruikers deel; 5.4  met collega’s die direct bij de tolksituatie betrokken zijn, in afstemming met de tolkgebruikers, enkel ontvangen informatie deel die voor deze tolkopdracht nodig is, ten behoeve van de kwaliteit; 5.5  aan de wettelijk vertegenwoordiger van een minderjarige tolkgebruiker informatie kan verstrekken over de tolkopdracht, als de tolkgebruiker niet (zelfstandig) mag beslissen; 5.6  mijn zwijgplicht moet doorbreken als er een wettelijke meldplicht is, zoals omschreven in artikel 160 van het Wetboek van Strafvordering; 5.7  mijn zwijgplicht kan doorbreken in de volgende gevallen: 5.7.1  met uitdrukkelijke toestemming van alle tolkgebruikers en indien en voor zover er sprake is van een situatie waarin dit in het belang is van alle tolkgebruikers; 5.7.2  wanneer ik in het kader van mijn beroepsuitoefening kennisneem van een situatie van huiselijk geweld en kindermishandeling. In zo’n geval is het voor iedereen geldende wettelijke meldrecht van art. 5.2.6 Wet Maatschappelijke Ondersteuning van toepassing; 5.7.3  bij een conflict van plichten. Dit houdt in dat ik een conflict ervaar tussen de plicht tot geheimhouding en de plicht om ernstige schade voor de tolkgebruiker of een ander te voorkomen. Om te bepalen op welke wijze, naar wie en hoe verstrekkend het beroepsgeheim mag worden doorbroken bij een conflict van plichten hanteer ik bepaalde criteria1 als richtlijn. Pas als aan alle genoemde criteria voldaan is, kan ik mijn zwijgplicht doorbreken.
6. Autonomie
Als tolk respecteer ik de autonomie van de tolkgebruikers en werk ik gelijkwaardig met hen samen. Dat betekent onder andere dat ik: 6.1  samen met de tolkgebruikers de wensen in communicatie afstem, uitvoer en de communicatie evalueer; 6.2  de autonomie van de tolkgebruikers respecteer en dit laat zien in mijn gedrag; 6.3  mij bewust ben van een goede representatie van alle tolkgebruikers en dat dit invloed heeft op de beeldvorming; 6.4  mij bewust ben van de verschillende privileges; 6.5  transparant communiceer over mijn tolkprestatie en het tolkproces; 6.6  toestemming vraag aan de tolkgebruikers voor het meenemen van een tolk in opleiding en daarbij benoem dat de tolk in opleiding zich ook houdt aan de beroepscode; 6.7  indien van toepassing open communiceer over mijn persoonlijke relatie met de tolkgebruiker en een weloverwogen beslissing neem om wel of niet in de desbetreffende tolkopdracht te tolken; 6.8  hulp vraag aan mijn collega’s als ik merk dat professionele grenzen dreigen te vervagen of overschreden dreigen te worden.
7. Collegialiteit
Als tolk werk ik respectvol samen met collega-tolken (en tolken in opleiding). Dat betekent onder andere dat ik: 7.1  collega’s ondersteun en feedback geef; 7.2  bewaak dat het vragen, geven en ontvangen van feedback op de tolkdienst op een open en veilige wijze gebeurt in direct contact met de desbetreffende collega; 7.3  respect en zorgvuldigheid toon jegens mijn collega’s en het vertrouwen van tolkgebruikers in mijn collega’s ondersteun; 7.4  als ik ervoor kies om mentor te zijn, bijdraag aan een veilige leeromgeving van tolken in opleiding; 7.5  waar nodig de medewerking van collega’s zoek, aanga en ondersteun; 7.6  de eigen verantwoordelijkheid en deskundigheid van andere tolken respecteer; 7.7  mij inzet voor goede besluitvorming en afstemming van taken binnen een tolkopdracht; 7.8  mij professioneel en collegiaal gedraag bij het zoeken en aannemen van tolkopdrachten.